KA-04 Diagnostiek in de dierenartsenpraktijk: tips & tricks - practicum
Diergeneeskunde
Diergeneeskunde
In de dierenartsenpraktijk kunnen er een lading aan stalen genomen worden waaruit belangrijke informatie kan worden gehaald die tot een concrete diagnose kan leiden. Dierenartsassistenten kunnen in het proces van bemonstering, verwerking van de stalen en ook het aflezen van de resultaten een zeer ondersteunende rol spelen.
In deze praktische les wordt er dieper ingegaan op de volgende zaken, waarna deze ook worden geoefend op dummies van het skills lab.
• Hoe bloed af te nemen bij hond en kat (met spuit en naald, of bij het plaatsen van een veneuze katheter)
• Welke bloedbuisjes er zijn en waarvoor elk van deze buisjes dient
• Hoe een bloeduitstrijkje wordt gemaakt, hoe de telling van thrombocyten gebeurt en eventuele aggregaten kunnen worden herkend
• Hoe de meting van hematocriet en totaal eiwit uitgevoerd wordt
• Het herkennen van bepaalde afwijkingen in het bloedonderzoek
• Hoe urine af te nemen bij hond en kat (cystocentese, urinesonde reu, urinesonde teefje)
• Welke onderzoeken (soortelijk gewicht, dipstick, microscopie) er op deze urine kunnen worden uitgevoerd
• Het maken van een urinesediment voor microscopisch onderzoek
• Het herkennen van bepaalde afwijkingen in het urineonderzoek, die op ziektes van de urinewegen of systemische aandoeningen kunnen wijzen
• Hoe een dermatologisch staal af te nemen bij hond en kat (stofmonster, tapestrip, oorswab)
• Het bereiden van deze stalen voor microscopisch onderzoek
• Het uitvoeren van een otoscopie
• Het herkennen van bepaalde afwijkingen bij deze onderzoeken