Rechtskroniek voor het Notariaat 45
13.11.’24
13.11.’24
- Laura SPELTINCKX, Juridisch adviseur Fednot
De wet van 19 december 2023 houdende diverse bepalingen in burgerlijke en gerechtelijke zaken bevat enkele belangrijke wijzigingen inzake gerechtelijk recht. Tijdens de uiteenzetting gaan we in hoofdzakelijk dieper in op de wijzigingen op vlak van zuivering, rangregeling en het notarieel getuigschrift in de zin van art. 1653 Ger.W. Verder bespreken we kort de overige wijzigingen inzake de samenloop van machtigingsprocedures, de aanstelling van een schatter evenals de aanstelling van de notaris bij een vrijwillige verkoop onder gerechtelijke vorm en analyseren we de beslechting van de controverse voor wat de verkoop van een onverdeeld onroerend goed op beslag betreft. Ten slotte staan we nog even stil bij de inwerkingtreding en overgangsmaatregel van de wet van 19 december 2023.
- Diederik BRULOOT, hoofddocent UGent en advocaat en Kristof MARESCEAU, hoofddocent UGent en advocaat
Boek 6 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) voorziet vanaf 1 januari 2025 in de afschaffing van het samenloopverbod en de quasi-immuniteit van uitvoeringsagenten. Deze wijzigingen hebben een diepgaande impact op de rechtspositie van rechtspersonen en hun bestuurders en/of werknemers. Na een korte bespreking van de krachtlijnen van het nieuwe buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, gaat deze bijdrage voornamelijk dieper in op het (potentieel) verhoogd aansprakelijkheidsrisico dat de afschaffing van de quasi-immuniteit van uitvoeringsagenten voor bestuurders en werknemers met zich meebrengt en hoe dit risico (geheel of gedeeltelijk) kan worden geremedieerd. Daarbij wordt specifiek rekening gehouden met de bijzondere positie van notarissen.
- Mark DELANOTE, hoofddocent UGent en advocaat en Elisabeth KUSTERMANS, advocaat en praktijkassistente UGent
De fictiebepalingen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF), en niet in het minst de fictiebepaling opgenomen in artikel 2.7.1.0.3,3° VCF, zorgen geregeld voor financiële kopzorgen. In deze bijdrage worden de fiscale aandachtspunten bij diverse planningstechnieken toegelicht aan de hand van de voorafgaande beslissingen van de Vlaamse Belastingdienst waarin de planningstechnieken worden getoetst aan artikel 2.7.1.0.3, 3° VCF. In een eerste deel wordt teruggegrepen naar de ratio legis van de fictiebepaling, waarna de bestaande technieken vervolgens tegen het licht worden gehouden van de voorafgaande beslissingen van de Vlaamse Belastingdienst. Hierbij komen onder meer aan bod de schenking middels een maatschap, de schenking met beheersvolmacht, maar wordt ook ruimer gekeken naar planningen via huwelijksovereenkomst.