Beschrijving
Shigatoxin producerende Escherichia coli (STEC) zijn wijdverspreid bij herkauwers, waar ze infectie veroorzaken en langere periodes kunnen uitgescheiden worden. Vooral O157:H7 en O26:H10 zijn twee frequent voorkomende serotypes bij jonge melkkalveren. Na infectie kunnen ze gedurenden een langere periode via de faeces uitgescheiden worden. Hierdoor worden ze in de omgeving verspreid en kunnen dikwijls via melk, melkproducten, water en groenten de mens bereiken. Dit kan in fatale infecties resulteren bij jonge kinderen, ouderen en immuungecompromiteerde individuen. Op dit ogenblik bestaat geen commerciële manier om de infecties bij herkauwers te controleren, maar onderzoek van het Laboratorium voor Immunologie toonde aan dat behandeling van herkauwers met lactoferrine de infectie kan elimineren en dat intramusculaire vaccinatie met vaccin ontwikkeld in Moredun gebaseerd op virulentiefactoren van de bacterie in combinatie met het QuilA adjuvans de uitscheiding significant kan reduceren. De meest recente bevindingen rond STEC vaccinatie die Europese onderzoekers komen presenteren tijdens ECMIS2024 zullen eveneens toegelicht worden.
De mens wordt met STEC geïnfecteerd hoofdzakelijk via gecontamineerde levensmiddelen. Wat zijn de bronnen voor contaminatie van levensmiddelen? Opvolging van de contaminatie van diverse levensmiddelen wordt opgevolgd in Belgie: welke types van levensmiddelen worden bemonsterd op STEC, welke types van STEC worden opgespoord en welke maatregelen worden er genomen bij een STEC positief lot levensmiddel. Op al deze aspecten wordt uitgebreid ingegaan.
Shiga toxineproducerende E. coli (STEC) zijn een belangrijke oorzaak van gastro-intestinale infecties bij de mens wereldwijd. Een infectie met STEC kan zich beperken tot milde of bloederig diarree maar kan soms overgaan in het hemolytisch uremisch syndroom (HUS) waarbij nierbeschadiging optreedt omdat het toxine in de bloedbaan is gekomen. De diagnose van infecties met STEC is vooral belangrijk voor de tijdige detectie van uitbraken. Om uitbraken vroeg te detecteren is het belangrijk om stoelgangstalen naar het referentielaboratorium te verzenden om de kiem te isoleren en vervolgens te karakteriseren. “Whole genome sequencing” maakt het mogelijk om moleculaire clusters te identificeren en verbanden tussen epidemiologisch gelinkte casussen te bevestigen alsook andere clusterende casussen te onderzoeken.
Programma
14u-15u: Prof. Cox: behandeling en vaccinatie
15u-15u15: Pauze
15u15-16h15: Prof. De Zutter: STEC in levensmiddelen en de controle daarop
16h15-17u: Dr. Crombé: staalname, diagnose en recente humane resultaten
